Stadswallen en fortificaties van Nijmegen

Door de eeuwen heen is Nijmegen voor zijn heersers van groot strategisch belang geweest. Voor elke stad waren verdedigingswerken zoals muren, forten en een leeg en kaal schootsveld van levensbelang, maar de uitzonderlijke strategische ligging van Nijmegen gaf haar onder elke vorst een voorname status, die koste wat kost in stand gehouden moest worden.

Voor de stad betekende die knellende band van dikke, hoge stenen walmuren dat het eeuwenlang nog geen meter kon groeien

Binnen de tot 10 meter hoge stadsmuren kwamen levensbedreigende ziekten voor, zoals de Zwarte Dood: de Pest. Nijmegenaren en vaak vele honderden gelegerde soldaten konden vaak geen kant op. Afbraak van de muren werd pas toegestaan toen werd ingezien dat wallen geen enkele bescherming meer boden tegen het steeds verder ontwikkelde wapentuig.

Misschien is een van de redenen waarom de stad nog steeds wat opstandig, wat anarchistisch overkomt wel het feit dat het uithoudingsvermogen van haar burgers eeuwenlang, stank voor dank, door steeds weer andere heersers op de proef werd gesteld.

Van wallen, poorten, forten en bolwerken.

Stadsverdedigingen bestonden in elke stad in het begin uit palissaden en aarden wallen. Later werden deze aardwerken vervangen door stenen muren met torens en bolwerken, onderbroken door stadspoorten. In de Nijmegen stonden in de stadswal uiteindelijk bijna 30 grote en kleinere poorten.

Hieronder kun je de ontwikkeling van de verdediging van de stad zien. Steeds werd de verdediging aangepast aan de ontwikkelingen van het oorlogstuig en nieuwe gevechtstactieken totdat duidelijk werd dat daar geen kruid meer tegen gewassen was.

Stadswallen en forten van Nijmegen van 1230 tot 1732

Grijsgroen: 1230-1300, Groen: 1400-1425, Rood: 1436-1511, Oranje: 1525-1536, Zwart: 1598-1605 (Italiaanse verdediging), Grijs: 1700-1702 (versterking Coehoorn), Lichtgrijs: 1726-1732 en Lichtgroen: de buitenforten in de 19e eeuw.

Deze pagina werd het laatst aangepast op 06-01-2021.