De Benedenstad van Nijmegen

Opkomst

Van rond 70 tot 180 na Chr. lag aan de Waalkade, onderaan de Valkhofheuvel een Romeinse nederzetting. Daarover kom je in De Bastei meer te weten. Deze nederzetting vormde, samen met het erboven gelegen gebied van Valkhof en Oppidum Batavorum, het begin van de huidige binnenstad.

In de vroege middeleeuwen lag de stad in een hartvorm rond de Stevenskerk en de Grotestraat / Burchtstraat (het lichtgroen gekleurde gebied op het kaartje).

Tussen 1250 en 1400 breidde de stad zich uit naar de Waal in het noorden, liep tot aan de Lindenberg in het oosten en zuidelijk tot aan de vooroorlogse Oude Stadsgracht. Halverwege het huidige Plein 1944 liep hij naar het westen, om parallel aan de Bottelstraat weer naar het noorden af te buigen (zie het plattegrondje hiernaast, geprojecteerd op de huidige stad).
Meer over de ontwikkeling van de stad. | Korte stadswandeling: Wandelen lang grenzen

Stenen huizen, stadskastelen

Vanaf het begin van de 13e eeuw bouwden welgestelde kooplieden stenen huizen van forse omvang in de omgeving van en langs de Grotestraat. Deze straat vormde en vormt de belangrijkste verbinding tussen de Waalkade en de bovenstad. Het oudste stadhuis bevond zich aan de Lage Markt, vlak bij de rivier de Waal. Begrensd door de Waal in het noorden en de omgeving van de Stevenskerk en de Burchtstraat in het zuiden vormde de Benedenstad lange tijd de kern van het middeleeuwse Nijmegen. 

De Benedenstad werd een levendig en bedrijvig stadsdeel, ook toen de stad zich verder uitbreidde en uiteindelijk enkele eeuwen lang binnen de wallen van rond 1520 lag.

Verval en herstel van de Benedenstad.

Vleeshouwerstraat Nijmegen 1938 - RAN

Beknellende wallen

Aan het einde van de 19e eeuw raakte de Benedenstad in verval. De stad was al lang uitgewoond doordat de wallen niet mochten worden gesloopt en er in elke oorlog nog eens duizenden soldaten bij werden gepropt.
Na de sloop kwamen veel rijke families uit de rest van het land hier wonen. Zij, maar ook welgestelden uit Nijmegen zelf meden de Benedenstad en zochten de ruim aangelegde nieuwe wijken op. Daardoor en door het verwoestende werk van huisjesmelkers verkommerde de Benedenstad nog verder.  

De komst van de Waalbrug

De komst van de Waalbrug in 1936 was voor de stad als geheel een verademing, een lang gekoesterde wens, maar hij betekende voor de Benedenstad de genadeslag. De pont die Nijmegen met het noorden verbond en die aanlegde aan de Waalkade werd uit de vaart genomen. Met de handel verdween "het hert uut de onderstad". 

Het bombardement

In februari 1944 werd het centrum gebombardeerd en in brand gestoken en werden grote stukken stad met de grond gelijk gemaakt of onherstelbaar beschadigd. Ook met name het oostelijk gedeelte van de Benedenstad werd getroffen. 

In de jaren direct na de oorlog ging de aandacht van de gemeente grotendeels naar de bovenstad, om met een nieuw en aantrekkelijk centrum de naoorlogse economie een impuls te geven. Voorlopig werd de Benedenstad nog aan zijn lot overgelaten.

Sanering van de Benedenstad

Het Nijmeegse gemeentebestuur had al vrij snel na de ingebruikname van de Waalbrug plannen om de benedenstad te "saneren". Daartoe werd het Groene Balkon-plan vastgesteld. Het plan voorzag in de bouw (als werkgelegenheidsproject) van een hoge keermuur aan de voet van de heuvel. Daar bovenop zou de benedenstad deels opnieuw worden opgebouwd. Het Groene Balkon is gelukkig halverwege gestopt: gaandeweg werd de weerstand ertegen zo groot dat de gemeente er verder van af zag. 

Toch zijn hele straten met vaak eeuwenoude, maar totaal uitgewoonde en in slechte staat zijnde panden afgebroken.

In de tijd die volgde, ontstond de discussie over wat er verder met de Benedenstad moest gebeuren. De meest megalomane, van elk historisch besef verstoken plannen werden getekend. Totdat het Buurtcomité Benedenstad zich begon te roeren.

Nieuwbouw

Na heftige door het buurtcomité geleide protesten werd het beleid gewijzigd. Vanaf 1972 werd er, uitgaande van sociale woningbouw, kleinschalig gebouwd. Een deel van de oorspronkelijke bebouwing is zo vervangen door naoorlogse woningen, waarin de oorspronkelijke bewoners met voorrang konden terugkeren. Het karakter van de wijk bleef zo wonder boven wonder behouden. Daaraan droeg zeker ook bij dat het stratenpatroon en het dakenplan intact bleven. Behoud van het middeleeuwse stratenpatroon op het reliëfrijke (zeven heuvels) terrein en de herbouw met sociale woningbouw waren voor het Rijk de belangrijkste voorwaarden om de Benedenstad aan te wijzen als beschermd stadsgezicht, waardoor er een enorme subsidie mogelijk werd.

Ondanks al het gesloop en het geklungel met het Groene Balkon is er veel behouden. Van heel Nijmegen vind je in de benedenstad de meeste oude gebouwen, zoals de synagoge - Beth Knesset Jitzchak - uit 1756, het Besiendershuis van rond 1525 en 't Oude Weeshuis uit 1560 (Zie ook de pagina met alle middeleeuwse panden in de stad).

Vooral de laatste jaren wordt er veel werk gemaakt van verder herstel. De betrokken panden krijgen alsnog een goede bestemming. Een voorbeeld daarvan is een project uit 2018 aan de Bottelstraat waar onder andere een oude meeltoren is omgebouwd tot appartementencomplex.

Deze pagina werd het laatst aangepast op 05-12-2021.