3. De afbraak van het Valkhof.

Eerst: grote stappen, snel thuis. Een tijdlijn.

Romeinen op het Valkhof

Op het Valkhof en omgeving bewoonden Romeinen en Bataven het Oppidum Batavorum. Later bouwden de Romeinen hier een Castellum.

Karel de Grote

Rond 777: bouw Palts door Karel de Grote (768-814).

Vikingen (Noormannen)

De Vikingen woonden de winter van 880 op het Valkhof en staken het bij hun vertrek in de lente van 881 in brand.

Weer brand op het Valkhof

De burcht werd in 1047 door de opstandige Godfried van Lotharingen deels verwoest.

Keizer Barbarossa

Keizer Frederik Barbarossa (1122 -1190) herbouwde het Valkhof en breidde het uit.

Valkhof verpand

Graaf Willem II van Holland verpandde in 1247 het Valkhof aan de (toen nog) Graaf van Gelre (1339 werd Gelre een Hertogdom).

Nederland bezet door de Fransen

De Valkhofburcht werd beschadigd, maar niet ernstig. Toch zagen de Gelderse Staten redenen om tot sloop te besluiten.

Sloop

Het Valkhof werd in 1796 op de twee waardevolle nu nog bestaande onderdelen na voor de sloop geveild.

Uitvoeriger

De Romeinen trokken zich in de vierde eeuw terug uit onze streken. Ze lieten op het Valkhof een castellum achter dat in de loop van de jaren tot een ruïne verviel. Het werd herbouwd door de Frankische koningen, de Merovingen die zich als de natuurlijke opvolgers van de Romeinen beschouwden. Daarbij gebruikten ze veel materiaal dat de Romeinen achterlieten. Dat moest wel, want in die tijd wist niemand meer hoe je stenen moest bakken. De nieuwe burcht zal dus veel elementen van het oude, Romeinse castellum hebben bezeten. Hier werd hun bestuurscentrum gevestigd.

Rond 770 bouwde Karel de Grote in Nijmegen op de plaats van het castellum een palts op het Valkhof. Een palts was een paleis, kerk, verdedigingswerk en productieboerderij in één. Vanuit de palts op het Valkhof bestuurde Karel de Grote zijn enorme rijk dat zich uitstrekt van de Deense grens tot aan midden Italië. Zo had hij meer hoofdsteden die hij al reizend aandeed en die als bestuurscentrum dienst deden. Nijmegen was er één van. Bij de bouw van zijn palts zal veel Romeins materiaal van het castellum hergebruikt zijn.

In 880 veroverden de Noormannen het Valkhof en staken het in 881 in brand.

In 1047 werd het Valkhof opnieuw in brand gestoken, nu door edellieden die tegen de Duitse koning Hendrik III in opstand komen; alleen de kapel uit plm. 980 bleef behouden.

1155 herbouwde Keizer Frederik I Barbarossa ("Fred met de rode baard" zouden we nu zeggen) het Valkhof en breidde het uit, onder andere met de Donjon. De donjon is een reuzentoren die eeuwenlang, tot aan de sloop van de burcht, samen met de Stevenskerk het gezicht van Nijmegen bepaalde. Twee wachters over de stad.

De Barbarossaruïne is van deze burcht een restant. Ook de door Frederik Barbarossa in de burcht opgenomen nog veel oudere Nicolaaskapel uit eind plm 960, 980 maakte ervan deel uit.

Op 3 oktober 1247 werd Graaf Willem II van Holland op 20-jarige (!) leeftijd door de aartsbisschoppen van Keulen, Mainz en Trier tot koning van Duitsland uitgeroepen. Hij was graaf van Holland en Zeeland (1234-1256). Willem dankte zijn koningschap van het Heilige Roomse Rijk (1248-1256) aan een peperdure verkiezingscampagne. Zijn verkiezingscampagne kostte zoveel geld dat hij in 1247 Nijmegen aan de Graaf van Gelre moest verpanden

Nijmegen was vanaf dat moment een Gelderse stad en is dat gebleven omdat het pand nooit is ingelost. Een beetje dubbel was het wel, in de ogen van de Nijmegenaren in ieder geval, omdat het alleen door een juridische kwestie zo kwam dat ze hun bijzondere positie en voordelen kwijt raakten.

Franse revolutie

Aan het einde van de achttiende eeuw brak in Frankrijk de revolutie uit. Ook in Nederland was het onrustig en Stadhouder Willem V werd door de Patriotten uit Den Haag verdreven en zocht in de winter van 1786-1787 zijn heil op de Valkhofburcht.

1794-1795 Enkele jaren later werd Nederland door de Fransen bezet. De burcht raakte licht beschadigd. Hij zou nog best opgeknapt kunnen worden. Toch besloten de Gelderse Staten in 1795 de burcht te laten slopen. Officiële reden was dat het onderhoud te duur zou worden.

In de situatie van toen was het een besluit dat te verwachten was. Vrijheid, gelijkheid en broederschap en vooral het tweede, DE doelen van de Franse Revolutie, waren voor velen niet te rijmen met een burcht waarin de elite al die eeuwen was gehuisvest en had huisgehouden. Maar ook jaloezie over de bijzondere positie van Nijmegen speelde een rol: Arnhem, Zutphen, Tiel en Harderwijk drongen met succes bij de Gelderse Staten op sloop aan.

De burcht werd geveild.

Molen de Rietvink (links). Afb. Gerrit Mol,
 dank aan F. RolHet gebouwencomplex, bevattende 58.000 ton tufsteen (!) werd voor f. 90.400,- voor de sloop verkocht. Omgerekend zou dat in 2018 ongeveer € 743 000,- (koopkracht) zijn1.

Een van de kopers was het bedrijf Jan Dekker uit Wormer. In twee jaar tijd, in 1796 en 1797 is de burcht op de St. Nicolaaskapel en de Barbarossaruïne na gesloopt. Het tufsteen werd verscheept naar Wormer om daar in trasmolen "De Rietvink" tot tras (een soort cement) te worden vermalen. Meer info: Molendatabase.org

Geluk bij een ongeluk

Romeinse resten waren in die tijd geliefd en de Romeinse tijd werd verheerlijkt. Omdat de kapel en de ruïne -in-wording als Romeinse resten werden beschouwd en omdat de stad Nijmegen de portemonnee wilde trekken voor het behoud van deze uiterst waardevolle restanten, werden ze gespaard. Gelukkig maar, anders was er niets meer van deze eeuwenoude historische plek overgebleven.

Meer over: de Barbarossaruïne | de St. Nicolaaskapel

1. Omgerekend met dank aan de website van International Institute of Social History

Deze pagina werd het laatst aangepast op 02-12-2020.