Nijmegen telde ruim 2200 oorlogsdoden

In Nijmegen waren in WO2 totaal ruim 2200 doden te betreuren, 7% van alle burgerslachtoffers van Nederland, ver boven het gemiddelde.

Zo'n 900 van hen vielen als gevolg van het bombardement op 21 februari 1944 dat het centrum wegvaagde. De overigen kwamen anderszins om in de oorlog of in de periode dat Nijmegen, na haar bevrijding in september 1944, nog ruim een half jaar frontstad bleef. De slachtoffers van de bommen op het Waterkwartier en Bottendaal worden sinds kort met een monument herdacht.

Het bombardement op Nijmegen behoort, samen met dat op Rotterdam en de watersnoodramp in Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Brabant tot de drie grootste rampen uit de Nederlandse geschiedenis.


Nog geen halve minuut en 't hert was eruut (was het hart uit de stad)

Op 22 februari 1944 stegen, met het doel een aanval uit te voeren op vliegtuigfabrieken in het Duitste Gotha, vanuit Engeland 177 Amerikaanse bommenwerpers op. Weer en zicht waren zo slecht dat besloten werd om in plaats van Gotha "gelegenheidsdoelen" te gaan bombarderen. Voor Nijmegen werd voor het spoorwegemplacement in de omgeving van het station gekozen. Onkunde en onervarenheid leidden ertoe dat de bommen te vroeg werden afgeworpen en terecht kwamen in de binnenstad van Nijmegen, die voor een groot deel werd verwoest.

Toen de bommenwerpers richting Duitsland vlogen was er een luchtalarm afgegeven, maar ze kwamen alweer terug met hun dodelijke last toen het sein veilig werd gegeven. Daardoor waren er veel mensen op straat.

De ellende werd nog groter doordat de hoofdwaterleiding werd geraakt. Er moest water uit de rivier de Waal worden gepompt. De waterdruk was te laag, de afstand (rond de 500 meter) en het hoogteverschil (30 meter) waren te groot. Grote delen van de binnenstad brandden in drie dagen volledig uit. Pas toen na drie dagen de wind draaide, kwam aan deze ellende een voorlopig einde.

Vergissingsbombardement?

Vanwege onder meer de relatieve onervarenheid van de bemanningen had de keuze voor het doel nooit gemaakt mogen worden en de manier waarop de aanval werd uitgevoerd was beneden peil. Er was in die zin geen sprake van een vergissing dat Nijmegen daadwerkelijk als doel werd gekozen. De vergissing zat hem in een verkeerd uitgevoerde aanval op een doel dat bijna naast het centrum was gelegen.

Van de 800 doden waren er zo'n 200 jonger dan 16 jaar. In nog geen halve minuut was het centrum van de stad totaal verdwenen, was het hert uut de stad.

Hieronder vind je een fragment uit een film uit 1994. Wat vooral beklijft, is het verwarrende en onbegrijpelijke. Dat binnen enkele seconden zoveel mensenlevens en het leven van en in een bloeiende stad verwoest konden worden.

Voor veel Nijmegenaren die de stad voor de oorlog hebben gekend was "het hert er uut", was het hart uit de stad. Dat dat later, dankzij de veerkracht van de stad, heeft geleid tot een nieuw centrum met veel eeuwenoude accenten is een geschenk aan hen die in de vuurhaard hun leven lieten. Het is bovendien een geschenk aan u die hier rondloopt en zich verbaast over zoveel moois dat opnieuw is opgebouwd.

Bron foto centrum na de bevrijding, foto bombardement: RAN; Regionaal Archief Nijmegen

 

Deze pagina werd het laatst aangepast op 01-02-2020.